Maar kunnen anderstaligen dan niet simpelweg Google raadplegen voor een vertaling? „Er zijn inderdaad mensen die dat denken. Dat tolken over vijf jaar niet meer nodig zijn. Maar een tolk zet je juist in voor moeilijke gesprekken, niet om een broodje te bestellen bij de bakker.”
Om leven of dood
Global Talk werkt vooral voor klanten als de rijksoverheid en Vluchtelingenwerk, maar ook voor gemeenten, huisartsen en ziekenhuizen. „Het gaat vaak letterlijk om leven of dood. Dan gaat het om meer dan het vertolken van woorden. Elkaar begrijpen is veel meer dan alleen taal. Technologie neemt dat niet zomaar over.”
Behalve op vertalen richt Global Talk zich ook op de culturele verschillen tussen landen. „Miscommunicatie ontstaat vaak in het non-verbale. Om een voorbeeld te nemen: in bijvoorbeeld Polen wordt er altijd medicatie voorgeschreven als iemand naar de arts gaat. Hier zijn doktoren daar voorzichtiger mee. Als een Pool hier geen medicijnen krijgt voelt hij zich dus ongehoord. Als je als arts die achtergrond kent kun je het veel beter uitleggen.”
Via video
Global Talk is vooral bekend vanwege de tolkentelefoon. Een nummer waar klanten naartoe kunnen bellen en waar ze vervolgens bijvoorbeeld voor een kwartier een Poolse tolk kunnen boeken. Door het coronavirus is ook bij het Hengelose bedrijf de werkwijze een beetje gewijzigd. „Als een huisarts een anderstalige patiënt had, werd vaak de tolk telefonisch gebeld en op speaker gezet. Maar nu gingen huisartsen ineens telefonische consulten geven. Daarom doen we nu vaker conferencecalls of videodienstverlening. Dat deden we al wel, maar het werd veel minder gebruikt. Klanten dachten dat het niet goed zou werken, de coronacrisis heeft dat veranderd. Nu blijkt het voor veel situaties heel erg geschikt.”
Nog veel gebruikt
Toch wordt ook de tolkentelefoon nog veel gebruikt. Een klein kwartiertje meeluisteren leert dat een ziekenhuis in midden-Nederland een Marokkaans-Arabische tolk nodig heeft voor tien minuten. Een afdeling kindergeneeskunde van een ziekenhuis in het oosten van het land is op zoek naar een Poolse tolk. In drie kwartier hopen ze daar de patiënt uit te leggen wat er aan de hand is. „Het werk trekt gelukkig weer aan. De tolken zitten nog steeds thuis, maar voorheen was dat eigenlijk ook al zo. Slechts 20 procent is op locatie.”